De Vlaamse hoofdrolspelers

Een korte voorstelling van enkele belangrijke personen die een rol gespeeld hebben in deze geschiedenis langs de Vlaamse kant.

Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen

Graaf van Vlaanderen

Gwijde was niet voorbestemd om graaf van Vlaanderen te worden. Bij het overlijden van zijn oudere broer werd hij echter alsnog klaargestoomd voor deze taak. Hij werd graaf in 1250 en gedroeg zich als typisch feodaal heer. Ondanks zijn regering bereikten de steden toch hun absolute toppunt van macht. Zij duldden nog maar weinig inmenging van de graaf in hun aangelegenheden.

Gwijde droeg einde 1299 de macht over aan zijn oudste zoon Robrecht van Bethune, juist voor de hervatting van de strijd met de Franse bezetter. Daarna kwam hij in Frans gevangenschap samen met zijn zoon. Hij stierf in zijn gevangenis in Frankrijk in 1305, na in 1304 nog even in Vlaanderen terug te zijn gekeerd.

Pieter de Coninck

Pieter de Coninck

Pieter was een arme en eenvoudige wever uit Brugge (en niet de deken van zijn ambacht zoals dikwijls verkeerd gedacht wordt), die al reeds rond de veertig jaar oud was in 1302. Hij had echter een grote gave: de welbespraaktheid. Hij kon zijn toehoorders zodanig motiveren dat zij hem overal zouden volgen. Hierdoor werd hij al snel de leider van de volksklasse en stond hij mee aan de wieg van de volksopstand.

Het was vooral dank zij hem dat de opstand onder het volk zo algemeen kon zijn. Als dank voor zijn diensten werd hij net voor de Guldensporenslag tot ridder geslagen. Later bekleedde hij een schepenambt in Brugge en bleef hij de verdediger van de belangen van zijn volksklasse. Hij overleed rond 1333.

Willem van Gulik

Willem van Gulik

Van moederskant was hij een kleinzoon van de graaf van Vlaanderen, en zijn grootvader was de graaf van Gulik. Omdat hij niet in aanmerking kwam voor wereldlijke titels was hij geestelijke geworden. Hij was proost van Maastricht en bekleedde ook een functie in Luik. Er was hem zelfs de aartsbisschoppelijke troon in Keulen beloofd. Toch hield hij meer van wereldlijk vermaak en voelde hij zich meer krijgsman.

In 1302 was hij ongeveer 25 jaar oud en een bijzonder knappe verschijning. Toen de nog in vrijheid zijnde zonen van Gwijde van Dampierre in 1301 aan Willem van Gulik vroegen de opstand in Vlaanderen te helpen leiden was hij onmiddellijk daartoe bereid. Het volk in Vlaanderen aanvaardde hem zonder meer als hun leider en hij werd tot ruwaard van Vlaanderen benoemd.

In de strijd ging hij steeds vooraan. Hij leidde de Bruggelingen tijdens de Guldensporenslag. Tijdens de Slag op de Pevelenberg in 1304 drong hij diep door in de vijandelijke rangen, maar dit werd hem uiteindelijk ook fataal. Zijn lichaam werd echter niet gevonden. Dit voedde de legende dat hij ooit zou terug keren om Vlaanderen weer naar de overwinning te leiden op het moment dat dit het meest nodig zou zijn.

Gwijde van Namen

Gwijde van Namen

De tweede zoon van graaf Gwijde van Dampierre uit diens tweede huwelijk. Hij werd door zijn oudere broer Jan van Namen naar Vlaanderen gezonden om samen met Willem van Gulik en Pieter de Coninck de Vlaamse opstand te gaan leiden. Hij leidde de troepen van Westelijk Vlaanderen in de Guldensporenslag.

Het was zijn ambitie om graaf van Zeeland te worden. Tijdens de zeeslag bij Zierikzee op 11 Augustus 1304 werd hij echter gevangengenomen en moest zijn aanspraken opgeven. Later maakte hij militaire carrière in Italië, alwaar hij overleed in 1311.

Jan, graaf van Namen

Jan van Namen

Sinds 1298 was deze oudste zoon uit het tweede huwelijk van Gwijde van Dampierre graaf van Namen geworden. Sinds zijn vader en oudere broers door de Fransen gevangen genomen waren, wachtte hij op het geschikte moment om de familiale belangen in Vlaanderen te herstellen.

Dat kwam met de opstand van Brugge in mei 1302. Hij zond daarop zijn broer Gwijde van Namen naar Vlaanderen om de militaire leiding te verzekeren. Na de zege in Kortrijk werd hij tijdelijk benoemd tot ruwaard van Vlaanderen. Hij stierf in 1330.

Robrecht van Bethune, graaf van Vlaanderen

Robrecht van Bethune

Als zoon van Gwijde van Dampierre verschilde hij niet zoveel van zijn vader in politiek opzicht. Ook hij trachtte in de eerste plaats zijn eigen positie veilig te stellen en dacht pas daarna aan de belangen van zijn volk. Robrecht nam het bestuur van het graafschap reeds over in november 1299, vijf jaar voor het overlijden van Gwijde van Dampierre. Vanaf toen droeg hij zijn blazoen zonder de rode barensteel.

De "Leeuw van Vlaanderen" sprak naar alle waarschijnlijkheid geen Vlaams. Robrecht van Bethune was een goed krijgsman die zijn sporen verdiend had tijdens de laatste kruistocht. In 1300 ging hij samen met zijn vader en tientallen edelen in krijgsgevangenschap in Frankrijk. Ondanks romantische verhalen achteraf was Robrecht zeker niet aanwezig bij de Guldensporenslag want hij kwam pas vrij in 1305. Hij stierf in 1325.

Jan van Renesse

Jan van Renesse

Deze ridder uit Zeeland lag in onvrede met zijn heer, de graaf van Holland. Deze laatste was ook de erfvijand van de graaf van Vlaanderen, dus Jan van Renesse kon door zich aan de Vlamingen te verhuren ook zijn eigen zaak goed doen.

Hij werd beschouwd als een van de bekwaamste ridders van zijn tijd. Daarom werd hem de algemene militaire leiding van het Vlaamse leger tijdens de Guldensporenslag toevertrouwd. Hij voerde ook het reservekorps aan in Kortrijk en wist zo bepalend te zijn voor het behalen van de overwinning.

Zijn einde was heel wat minder spectaculair. Tijdens de chaos die ontstond bij een schermutseling met vijanden in augustus 1304, probeerde hij met teveel van zijn medestanders via een veerboot rivier de Lek over te steken. De boot sloeg om en Jan verdronk.

Overige

Van de volgende heren is geweten dat zij aanwezig waren tijdens de Guldensporenslag en meevochten aan de Vlaamse kant.

Hendrik
van Lontzen
Hendrik van Lontzen
Hendrik
van Pietersheim
Hendrik van Pietersheim
Goswin
van Gossenhoven
Goswin van Gossenhoven
Rogier
van Rijsel
Rogier van Rijsel
Boudewijn
van Popperode
Boudewijn van Popperode
Robrecht
van Leeuwergem
Robrecht van Leeuwergem
Otto
van Steenhuyse
Otto van Steenhuyse
Diederik
van Hondschote
Diederik van Hondschote
Jan
Borluut
Jan Borluut
Willem
van Boenhem
Willem van Boenhem
Filips
van Aksel
Filips van Aksel
einde