Hendrik Conscience en de Guldensporenslag

Wie tegenwoordig praat over de Guldensporenslag en de gebeurtenissen rond 1302, denkt onvermijdelijk ook aan Hendrik Conscience. Deze Belgische (!) schrijver, geboren in 1812, schreef in 1838 de roman "De Leeuw van Vlaanderen". Dank zij dit boek (één van de vele die hij geschreven heeft) werd over hem gezegd dat "hij zijn volk leerde lezen".

Hendrik Conscience

Hendrik Conscience

De Leeuw van Vlaanderen

Een belangrijke vaststelling die heel dikwijls uit het oog wordt verloren, is dat dit boek een roman is, geen feitenrelaas. Conscience, als kind van zijn tijd, schreef een bijzonder geëngageerd boek. Hij was gedreven door een romantische bezieling en duidelijk patriottistisch vuur. België was nog maar net onafhankelijk geworden en had nood aan een eigen identiteit.

Wat Conscience goed begreep was dat de nieuwe natie in haar bestuursorganisatie volledig franstalig gericht was. Hij heeft met zijn romans ongetwijfeld gezorgd voor een heropstanding van de Vlaamse letterkunde, en de Leeuw is hèt werk geweest dat die periode kenmerkte.

Het lag helemaal niet in de bedoeling van de auteur een historisch accuraat boek te schrijven, wel een roman. Conscience leverde meteen een absoluut meesterwerk af in een toen vrij nieuw genre (de roman), in een eigentijdse stijl (de romantiek) over een nationalistisch - historisch onderwerp. Hiervoor heeft hij de feitelijke gebeurtenissen en de reële personages wat verdraaid, aangepast of hergedefinieerd om een boeiend boek te kunnen schrijven. De Leeuw is niet de roman van een held, maar poogt via het geschreven woord het volk van een nieuw land (het België van toen) bewust te maken van zijn glorierijke geschiedenis.

Feiten en Fictie

De informatie die in deze website gepresenteerd wordt is gebaseerd op historisch correcte feiten. De lezer van zowel het boek "De Leeuw van Vlaanderen" als deze website zal de verschillen snel merken. Nochtans doet dit geen afbreuk aan de waarde van het werk van Conscience!

Het is niet de bedoeling hier een vergelijkende studie te presenteren tussen de roman en de werkelijkheid. Maar laat ons toch enkele anomalieën van wat naderbij bekijken. Twee personages worden in het boek zeer sterk geromantiseerd: Robrecht van Bethune en Jan Breydel.

Robrecht die, als oudste zoon en troonopvolger van de graaf van Vlaanderen, gedurende heel de periode dat de roman zich afspeelt in werkelijkheid gevangen zat in Frankrijk. In de roman komt hij een aantal keren als een deus ex machina uit zijn gevangenis naar Vlaanderen terug om zijn volk bij te staan in strijd. De meest opvallende interventie is die als Gouden Ridder tijdens de Guldensporenslag zelf. Deze "feiten" zijn volledig ontsproten aan de fantasie van de auteur.

En ten tweede Jan Breydel. Hij was weliswaar een historisch figuur en een eerder bemiddeld slager ten tijde van de Guldensporenslag, maar zijn rol in de gebeurtenissen wordt sterk overdreven. In de roman wordt hij schouder aan schouder met Pieter de Coninck vermeld. Er is echter geen enkele reden om te veronderstellen dat hij werkelijk zoals Pieter een leidinggevend figuur was in 1302. Dat werd hij uiteindelijk pas enkele jaren na de Guldensporenslag.

Hendrik Conscience presenteert zijn manuscript

Hendrik Conscience presenteert zijn manuscript

einde

Meer info over Hendrik Conscience kan u o.a. terug vinden in :
J. TOLLEBEEK, De cultus van 1302: twee eeuwen herinneringen, in 1302 Feiten en mythen van de Guldensporenslag, Antwerpen, 2002.
De cartoon is copyright ZAZA. Zij verscheen in De Standaard van juli 2002 en is met zijn toestemming weergegeven.