De zeeslag van Zierikzee

Een succesvolle veldtocht houden is één ding. Het veroverde land bezet kunnen houden een ander. De beperkte omvang van het Vlaamse expeditieleger in Holland zorgde ervoor dat de verovering niet kon geconsolideerd worden. Onder leiding van Witte van Haamstede, een bastaardzoon van de vroegere graaf Floris van Holland, verdreven de Hollanders de Vlaamse bezetters. Enkel Utrecht bleef bezet en rond Zierikzee duurde het beleg voort.

Een nachtelijke zeeslag

Van mei tot juli 1304 voerden de Vlamingen versterkingen aan, maar de verdedigers capituleerden niet. Ze verwachtten namelijk hulp van de Franse koninklijke vloot, onder aanvoering van admiraal Renier Grimaldi (een verre voorvader van de huidige prinsen van Monaco). Begin augustus werd deze Franse vloot verenigd met de Hollandse en telde ze iets meer dan vijftig koggen en galeien. De Vlaamse vloot die hen opwachtte onder leiding van Gwijde van Namen telde een dertigtal koggen plus een groot aantal kleinere scheepjes.

Op 10 augustus 1304 rond zes uur 's avonds begon de zeeslag, die de hele nacht duurde. 's Ochtends op 11 Augustus bleek dat de Vlaamse vloot ongeveer uit elkaar geslagen was. De Franse vloot had nu het voordeel dankzij de beter wendbare galeien. Vele Vlaamse schepen namen de vlucht. Gwijde streed tot het uiterste, maar moest zich uiteindelijk gewonnen geven. Wat restte van het Vlaamse leger gaf zich samen met zijn aanvoerder in gevangenschap.

Zeeslag bij Zierikzee

De Zeeslag bij Zierikzee
zoals weergegeven in de Kroniek van Giovanni Villani circa 1345.
Gwijde van Namen wordt door de Fransen gevangen genomen.

Ongeveer tezelfdertijd verongelukt Jan van Renesse, een van de aanvoerders van de Vlamingen in Kortrijk in 1302. Tijdens de chaos die ontstond bij een schermutseling met vijanden, probeerde hij met teveel van zijn medestanders via een veerboot rivier de Lek over te steken. De boot sloeg om en Jan verdronk.

De nederlaag in Holland was uiteindelijk onafwendbaar. Maar de Vlaamse invasie had wel een duidelijke boodschap gegeven aan de graaf van Holland. De oude toestand werd uiteindelijk hersteld. Zeeland bleef een leen van de Hollandse graaf. Veel belangrijker was echter dat de Vlamingen zich enkel nog op het zuiden hoefden te concentreren.

einde

Meer info over de zeeslag bij Zierikzee kan u o.a. terug vinden in :
J.F. VERBRUGGEN, Vlaanderen na de Guldensporenslag, Brugge, 1991.