Henric wordt geboren in oktober van het jaar 1270. Hij is de jongste van 4 kinderen. Hij groeit op in een schamele lemen hut op het uitgestrekte heidegebied Maldeghemveldt. Zijn familie probeert op de onvruchtbare gronden wat landbouw te doen en hoedt er schapen. Ze zijn daarvoor leen verschuldigd aan de heer van Maldegem.
Het Ambacht Maldegem maakt op dat moment deel uit van Het Brugse Vrije, de grootste kasselrij in het Graafschap Vlaanderen. In de koude wintermaanden maakt het gezin met materialen die ze op de heide vinden (berkenrijs, brem, heide, schietwilg, bramen, hakhout) bezems die ze op de wekelijkse markten in de wijde omgeving proberen te slijten.
Henric begeeft zich tijdens de wintermaanden wekelijks naar de markt in Brugge met 24 bezems op de rug. Tijdens zijn vele bezoeken aan Brugge leert Henric zijn geliefde kennen. Elisabeth Coucouck is de dochter van Robrecht Coucouck, leidsman bij de Rode Kaproenen van de Brugse stadsmilitie.
In het najaar van 1301 huwen Henric en Elisabeth. Ze gaan inwonen bij de familie Coucouck binnen de Brugse stadsmuren. Henric wordt ingelijfd bij de Rode Kaproenen en komt zo in contact met Joris Van Zerkingen. Henric maakt deel uit van de coningstavelrij die Joris aanvoert tijdens de Guldensporenslag op 11 juli 1302 in Kortrijk.
Henric van Rijsel heet in het echte leven Hendrik De Lille en is credit controller bij een multinational in de verpakkingssector.