De goedendag

De goedendag is een wapen dat doorheen de tijd een bijna mythische status heeft verkregen en zelfs tegenwoordig nog tot de verbeelding spreekt. Iedereen in Vlaanderen heeft er wel eens van gehoord en weet dat het een typisch Vlaams wapen is. Weinigen weten echter hoe het wapen er echt uitzag.

De mythe

Tijdens de 19de en 20ste eeuw zijn er een aantal onwaarheden over de goedendag de wereld ingestuurd die tot op vandaag voor waar worden aangenomen. De beroemde 19de eeuws architect Eugène Viollet-le-Duc dacht dat de goedendag (in het Frans godendac genaamd) een soort van langgerekte hellebaard was. Anderen dachten aan een ploegschaar op een steel. En weer anderen aan een knuppel met zware kop en ijzeren pinnen die aan alle kanten uitsteken. Maar de meest bekende voorstelling is wel een ijzeren bol met pinnen aan een korte ketting met een handvat. Allen fout !

Foute voorstellingen

Foute voorstellingen van de goedendag

De feiten

De goedendag is in werkelijkheid niets anders dan een stevige, ongeveer anderhalf meter lange staf die lichtjes dikker is aan het boveneinde, alwaar een ijzeren pin op staat die verankerd zit met behulp van een ijzeren ring. Het wapen wordt afgebeeld op de Kist van Oxford en is ook te zien op diverse contemporaine miniaturen uit de tijd rond 1302. Er zijn spijtig genoeg geen volledige goedendags bewaard gebleven doorheen de tijd. Gelukkig zijn er wel een paar archeologische vondsten van het wapen die ons een inzicht geven in de constructie. In deze foto's is uiteraard het hout reeds eeuwen vergaan, behalve voor een klein deel in de onderste.

Archeologische vondsten

Enkele archeologische vondsten van de goedendag

Binnen de Liebaart hebben wij ook enkele reconstructies gemaakt van de goedendag. Hier tonen we een voorbeeld, samen met een foto van hetzelfde wapen in de handen van een van onze leden.

Reconstructie van een goedendag Gebruik van een goedendag

Reconstructie van een goedendag

Gebruik

De goedendag is een eenvoudig en daardoor eerder goedkoop wapen. Tijdens de late 13de en vroege 14de eeuw werd het veel gebruikt in Vlaanderen en bewees het ook een zeer effectief wapen te zijn. Met de goedendag wordt in de eerste plaats geslagen, als een knots. Daarna kan men er ook nog eens mee steken. Men had dus in feite een dubbelwerkend wapen.

Gebruik goedendag op Pevelenberg

Fragment van een miniatuur over de slag bij de Pevelenberg
Correcte weergave van het gebruik van goedendags.
De wapens worden als knuppels boven het hoofd geheven.

Na de Guldensporenslag werd er gezegd dat een Vlaming met zijn goedendag het zou aandurven te strijden tegen twee ridders te paard. Voorheen gold dat een ridder te paard in de strijd tien soldeniers te voet moest aankunnen.

Fout gebruik van een goedendag

Moderne illustratie die een FOUT gebruik van de goedendag weergeeft.

In de moderne illustratie hier boven wordt een fout gebruik van de goedendag getoond. Velen denken vandaag dat de goedendag werd gebruikt om stevig in de grond te zetten en op die manier een aanstormende ridder op zijn paard zou kunnen opgevangen worden. Het wordt meteen duidelijk dat een dergelijke werkwijze niet alleen het paard slecht zal bevallen, maar vooral ook de soldaat zelf die ongetwijfeld meteen buiten strijd zal geraken door het paard dat hem zal meesleuren in zijn val. De tekenaar zelf moet dat ook al vermoed hebben, te oordelen aan de uitdrukking die hij aan het gezicht van deze dappere maar domme soldaat heeft gegeven.

Om een paardencharge op te vangen gebruikte men lange pieken van ettelijke meters lang die voldoende afstand boden om vallende paarden te vermijden, geen goedendags! Met de goedendag kon men dan wel het door de piek opgevangen paard en daarna de ridder verder afmaken.

Benaming

Vanwaar nu de naam "goedendag"? Deze naam komt blijkbaar enkel voor in de Franse bronnen van die tijd, maar wel steeds als "godendarz" of iets dergelijks. Men is eigenlijk niet zeker van de oorsprong van deze benaming.

Er bestaat een theorie dat de ethymologie te zoeken is in de combinatie van de woorden "goed" en "dag", ofwel een "goed steekwapen". Dag heeft dezelfde stam als het woord "dagge" of dolk, en betekent steekwapen. Maar deze verklaring blijkt vanuit taalkundig grammaticaal oogpunt niet te kloppen.

Een andere veel gehoorde theorie stelt dat de Vlamingen zo veel mogelijk zouden geprobeerd hebben de pin van het wapen in de keel van de ridders te steken, net onder hun grote helm. Die zouden dan daardoor een knik maken met hun hoofd alsof ze goedendag zouden zeggen tegen hun tegenstander. Zeer leuk gevonden, maar absoluut niet correct. Eerst en vooral werd het wapen vooral als knots gebruikt en in veel mindere mate als steekwapen. Ten tweede, ook al zou die Vlaamse soldaat er in slagen zo goed te mikken dat hij met zijn goedendag kon steken in de keel van een ridder, dan zou die nog geen knikje geven maar net met volle geweld achterover slaan.

Het meest waarschijnlijke is dat er gewoon niet meer achter gezocht hoeft te worden dan een schertsende benaming. Met een goedendag kan je je vijand een serieuze "goede dag" bezorgen. Of ook nog mogelijk is dat het wapen ervoor kon zorgen dat de Vlamingen in de strijd een goede dag konden beleven. De Vlamingen zelf noemden het wapen eenvoudig wat het uiteindelijk ook was : een "gepinde staf".

ZAZA over de goedendag einde

Meer info over de goedendag kan u o.a. terug vinden in :
F. DEBRABANDERE, De naam van het wapen goedendag, in De Leiegouw, Kortrijk, 2002.
J.F. VERBRUGGEN, De goedendag, in Militaria Belgica vol.1, 1977
De cartoon is copyright ZAZA. Deze verscheen in De Standaard van 2 juli 2002 en is met zijn toestemming weergegeven.